vrijdag 23 maart 2012

PERSBERICHT: Rapport veroordeelt Iraanse schendingen van godsdienstvrijheid

Den Haag, 23 maart 2012 (BWNS) – Iran blijft een van de ergste schenders van godsdienstvrijheid ter wereld. Dat staat te lezen in een onlangs verschenen rapport in de Verenigde Staten.

De U.S. Commission on International Religious Freedom (USCIRF) heeft in het bewuste rapport beschreven hoe de regering van Iran doorgaat met systematische, voortdurende en kolossale schendingen van religieuze vrijheid, met inbegrip van langdurige gevangenisstraffen, martelingen en executies, die in eerste instantie of in zijn geheel zijn gebaseerd op de godsdienst van de aangeklaagde.

De omstandigheden zijn aanhoudend verslechterd voor bahá'ís, maar ook voor christenen en soefimoslims, zo schreef de USCIRF in zijn jaarlijks rapport.[1]

Het volledige rapport is hier te lezen: http://www.uscirf.gov/images/Annual%20Report%20of%20USCIRF%202012(2).pdf

‘Zelfs de erkende religieuze niet-moslim minderheden die bescherming vinden binnen de Iraanse grondwet – joden, Armeniërs, Assyrische christenen en zoroastriërs – hebben te maken met toenemende discriminatie, arrestaties en gevangennemingen’, aldus het rapport.

Twee pagina’s worden gewijd aan de situatie van de Iraanse bahá'ís. Vermeld worden de ruwe behandeling van bahá'ís, het toenemend aantal arrestaties en gevangenzettingen en de gewelddadige aanvallen op huizen van bahá'ís en op hun persoonlijke bezittingen. Het rapport beschrijft ook de aanvallen op zakenpanden van bahá'í-eigenaren, het ontzeggen van toegang tot het hoger onderwijs voor jonge bahá'ís en het vandalisme op bahá'í-begraafplaatsen, de lastercampagnes richting bahá'ís in door de staat gecontroleerde media, de pogingen om over de bahá'í-gemeenschap informatie te verzamelen en hun activiteiten nauwlettend te volgen.

Het rapport doet de aanbeveling dat de Verenigde Staten doorgaan met zich openlijk en met regelmaat uit te spreken op het hoogste niveau tegen de ernstige schending van religieuze vrijheid in Iran. Daarnaast dient er aandacht te zijn voor de noodzaak dat de internationale gemeenschap de autoriteiten van Iran verantwoordelijk stelt in specifieke gevallen, aldus het rapport. In het bijzonder wordt daarbij gevraagd om de vrijlating van de bahá'í-leiders, bahá'í-docenten en andere bahá'ís die vanwege hun geloof gevangen zitten en om het schrappen van de aanklachten tegen bahá'ís, van wie nog rechtszaken lopen.

Bij gezagsdragers wordt er ook op aangedrongen Iran te vragen wetten te herroepen, die het mogelijk maken bahá'ís straffeloos te doden, om de bahá'ís toe te staan hun geloof uit te oefenen in Iran en de bahá'ís toegang te verlenen tot het volgen van universitair onderwijs, zonder discriminatie. In het rapport wordt ook opgeroepen tot vrijlating van alle christenen, die vanwege hun geloof of overtuiging gevangen worden gehouden en om alle aanklachten tegen Iraniërs die zich tot het christendom hebben bekeerd te laten vallen.

[1] The annual report of the US Commission on International Religious Freedom (USCIRF), published on 20 March. Established in 1998 by the US Congress, the USCIRF is charged with monitoring religious freedom around the world and recommending US policy responses to violators. The Commission has identified Iran and 15 other nations as "countries of particular concern" for their poor record last year at promoting or protecting religious freedom.

_____________

Geen opmerkingen:

Een reactie posten