
De bahá'ís hebben via hun vertegenwoordigers bij de Verenigde Naties nu en in het verleden hun grote bezorgdheid geuit over de gang van zaken in Iran. Overheden en mensenrechtenorganisaties zijn op de hoogte gesteld. Ook in Nederland heeft de bahá'í-gemeenschap aandacht gevraagd voor de procesgang tegen de zeven bahá'ís in Iran.
Daarnaast hebben Nederlandse wetenschappers, gezagsdragers, vertegenwoordigers van religieuze organisaties en levensbeschouwelijke stromingen en andere sympathisanten een petitie ondertekend. Daarin wordt de regering van Iran gevraagd deze zeven bahá'ís vrij te laten, af te zien van verdere vervolgingen van de bahá’ís, aan hen vrijheid van godsdienst te verlenen en hun mensenrechten te respecteren conform internationale verdragen (www.petitiebahaisiran.nl).
Uit berichten in Iraanse staatsmedia is gebleken dat de aanklacht tegen de bahá'í-leiders luidt: spionage voor Israël; propaganda tegen de islamitische orde; het opzetten van een illegale organisatie; het versturen van geheime documenten naar het buitenland; het verstoren van de veiligheid van het land en ‘corruptie op aarde’. Al deze beschuldigingen zijn door de internationale bahá'í-gemeenschap stelselmatig van de hand gewezen.
De bahá’ís die terechtstaan zijn:
mevrouw Fariba Kamalabadi (47 jaar, psychologe, 3 kinderen);
de heer Jamaloddin Khanjani (76 jaar, ondernemer, 4 kinderen, 6 kleinkinderen);
de heer Afif Naeimi (48 jaar, fabrikant, 2 kinderen);
de heer Saeid Rezaie (52 jaar, landbouwingenieur, 1 kind);
de heer Behrouz Tavakkoli (58 jaar, psycholoog, gehandicaptenzorg, 2 kinderen);
de heer Vahid Tizfahm (36 jaar, opticien, 1 kind);
mevrouw Mahvash Sabet (56 jaar, lerares, schoolhoofd, 2 kinderen).
Achtergrond informatie over de gevangenen is te vinden op http://news.bahai.org/human-rights/iran/iran-update/yaran-profiles.html
PERSBERICHT - Den Haag, 8 april 2010
Geen opmerkingen:
Een reactie posten